Wanneer starten met de zindelijkheidstraining?
Je kan het best niet starten in een drukke periode of kort vóór een ingrijpende gebeurtenis, zoals de eerste schooldag, de geboorte van een broertje of zusje of een verhuizing. Zulke gebeurtenissen maken op een kind een zo overweldigende indruk dat het zindelijk worden een grote kans maakt om te mislukken.
Je kind moet zeker aan een aantal voorwaarden voldoen om met een training te kunnen starten.
Wanneer je kind gedurende twee opeenvolgende uren een droge luier heeft, is de blaascapaciteit groot genoeg om te starten met de training en kan het kind plassen met een volle blaas. Is je kind nog niet geïnteresseerd of lukt het helemaal niet, stel dan alles nog wat uit en stel je kind gerust.
Je kan het best niet starten in een drukke periode of kort vóór een ingrijpende gebeurtenis, zoals de eerste schooldag, de geboorte van een broertje of zusje of een verhuizing. Zulke gebeurtenissen maken op een kind een zo overweldigende indruk dat het zindelijk worden een grote kans maakt om te mislukken.
Zet je kind pas op het potje als het een volle blaas heeft. Herhaal dit op geregelde tijdstippen, bijvoorbeeld na iedere maaltijd en voor het slapengaan. Je kan je kind dan meenemen naar het toilet en naast jou op het potje zetten. Je kind zal je dan nabootsen.
Zorg voor een degelijk potje
In de meeste gevallen is het toilet niet aangepast aan de behoeften van je kind. Het is te hoog en de opening lijkt voor een kind verschrikkelijk groot. Daarom is het belangrijk om een degelijk potje te kiezen. Een goed potje biedt voldoende steun aan de rug en aan de voetjes van je kind, zodat het stabiel kan zitten.
Je kan ook helpen door een kindertoiletbril op de wc te plaatsen, in combinatie met een opstapje.
In de meeste gevallen is het toilet niet aangepast aan de behoeften van je kind. Het is te hoog en de opening lijkt voor een kind verschrikkelijk groot. Daarom is het belangrijk om een degelijk potje te kiezen. Een goed potje biedt voldoende steun aan de rug en aan de voetjes van je kind, zodat het stabiel kan zitten.
Je kan ook helpen door een kindertoiletbril op de wc te plaatsen, in combinatie met een opstapje.
De ideale plaspositie
De beste positie voor je kind is zittend plassen op een stevig potje, in hurkzit met de beentjes wat open en de voetjes steunend op de grond. In die houding kunnen de bekkenbodemspieren goed ontspannen. Zowel jongens als meisjes kunnen het best op deze manier een plasje leren te doen. Staand plassen voor jongens is niet aan te raden. Zo leert je kind immers de urine naar buiten te persen, terwijl het juist vanuit een ontspannen positie moet plassen.
De beste positie voor je kind is zittend plassen op een stevig potje, in hurkzit met de beentjes wat open en de voetjes steunend op de grond. In die houding kunnen de bekkenbodemspieren goed ontspannen. Zowel jongens als meisjes kunnen het best op deze manier een plasje leren te doen. Staand plassen voor jongens is niet aan te raden. Zo leert je kind immers de urine naar buiten te persen, terwijl het juist vanuit een ontspannen positie moet plassen.
Rustig de tijd geven
Het is belangrijk je kind rustig de tijd te geven om te plassen. Uitspraken als “nog snel een plasje doen voordat we vertrekken” kan je beter vermijden. Als je kind zich moet haasten, kan dit leiden tot fout plasgedrag. Je kind wordt dan immers gestimuleerd om te persen, omdat zo de buikspieren de urine uit de blaas duwen, zonder de hulp van de sluitspier of blaasspier. Dit kan stoornissen in de blaaswerking veroorzaken.
Het is wel goed om regelmatig aan je kind te vragen of het moet plassen. Zo leert het bewuster om te gaan met het gevoel van een volle blaas.
Het heeft ook geen zin je kind langer dan 5 minuten op het potje te laten zitten. Het is zeker af te raden het te laten zitten totdat het iets “gepresteerd” heeft. Als je je kind dwingt, zal dat vaak een omgekeerd effect hebben.
Het is belangrijk je kind rustig de tijd te geven om te plassen. Uitspraken als “nog snel een plasje doen voordat we vertrekken” kan je beter vermijden. Als je kind zich moet haasten, kan dit leiden tot fout plasgedrag. Je kind wordt dan immers gestimuleerd om te persen, omdat zo de buikspieren de urine uit de blaas duwen, zonder de hulp van de sluitspier of blaasspier. Dit kan stoornissen in de blaaswerking veroorzaken.
Het is wel goed om regelmatig aan je kind te vragen of het moet plassen. Zo leert het bewuster om te gaan met het gevoel van een volle blaas.
Het heeft ook geen zin je kind langer dan 5 minuten op het potje te laten zitten. Het is zeker af te raden het te laten zitten totdat het iets “gepresteerd” heeft. Als je je kind dwingt, zal dat vaak een omgekeerd effect hebben.
Aanmoedigen kan je nooit te veel
Je kind vindt het leuk om geprezen te worden wanneer iets hem lukt. Zo zal het gestimuleerd worden om dit gedrag te herhalen. Reageer dus telkens positief wanneer je kind iets in het potje gedaan heeft. Je kan je kind belonen met een applausje, “hoera” roepen, extra aandacht geven, knuffelen, … Je kind op die manier belonen kan je nooit te veel doen!
Je kind vindt het leuk om geprezen te worden wanneer iets hem lukt. Zo zal het gestimuleerd worden om dit gedrag te herhalen. Reageer dus telkens positief wanneer je kind iets in het potje gedaan heeft. Je kan je kind belonen met een applausje, “hoera” roepen, extra aandacht geven, knuffelen, … Je kind op die manier belonen kan je nooit te veel doen!
Maak je niet boos bij een ongelukje
Wanneer je kind toch in zijn broekje heeft geplast, is het goed om niet boos te worden. Ook wanneer het nog niet wil lukken, heeft het geen zin je kind te straffen of te berispen. Zelfs wanneer je kind al op het potje plast, is het normaal dat er toch nog eens een “ongelukje” gebeurt. Als je peuter bijvoorbeeld in zijn spel verdiept is, kan het soms al te laat zijn om het potje nog te halen.
Wanneer je kind toch in zijn broekje heeft geplast, is het goed om niet boos te worden. Ook wanneer het nog niet wil lukken, heeft het geen zin je kind te straffen of te berispen. Zelfs wanneer je kind al op het potje plast, is het normaal dat er toch nog eens een “ongelukje” gebeurt. Als je peuter bijvoorbeeld in zijn spel verdiept is, kan het soms al te laat zijn om het potje nog te halen.
Is je kind nog niet geïnteresseerd of lukt het helemaal niet, stel dan alles nog een maand uit en stel je kind gerust!